Saturday 3 February 2024

Goed? Fout? Of toch een geestelijk grapje?

Bij het opmaken van akten van de Burgerlijke Stand gaat wel eens wat mis. Ik ken een geval waarin de moeder Schultze heet maar de naam van haar kind als Schulze in de overheidsadministratie terecht komt. Zo'n fout is goed te verklaren wanneer je je realiseert dat informatie vroeger veelal mondeling werd overgedragen. Dus het hangt er maar vanaf hoe duidelijk de spreker articuleert en hoe goed de ontvanger van de boodschap luistert (of misschien wel wat dovig is). Maar in dit geval is dat allemaal niet zo duidelijk. Wat is er aan de hand?

Op 12 januari 1880 overlijdt in Rotterdam de 59-jarige Nicolaas Philip Francis Orie. Hij is de weduwnaar van Petronella Hendrina Sleuter.


De overledene is de zoon van Nicolaas Orie en Wilhelmina van der Stam. Zo staat het tenminste in de akte. Toch rijzen hier wat twijfels want ik meen te weten dat de overledene ouder dan 59 is geworden? Dus maar even terug gaan naar het begin, naar de (onder)trouw in Amsterdam van de ouders van de overledene.


Op 13 mei 1808 gaat Nicolaas Orie in Amsterdam in ondertrouw met ene Hermina van den Boom. Vermoedelijk is dit voorgenomen huwelijk niet tot stand gekomen of Nicolaas is later nog met een ander getrouwd, met de moeder van zijn zoon, de eerder genoemde Wilhelmina van der Stam. 
Dus daarom maar op zoek naar de geboorteakte van zijn zoon, daar moet dan sprake zijn van een andere moeder.


Nicolaas Philip Francis Orie wordt op 25 maart 1814 in Den Bosch geboren. Maar van een andere moeder is geen sprake. In deze geboorteakte heet de moeder Hermina van den Boom, gelijk aan de naam genoemd in de akte van ondertrouw van de ouders van de boreling. De namen van de moeders komen dus niet overeen. En als hij dezelfde persoon is die op 12 januari 1880 in Rotterdam overlijdt, dan is hij bij overlijden 65 jaar oud, en niet 59 jaar zoals in de overlijdensakte vermeld. 

Is er dan sprake van een andere Nicolaas Philip Francis Orie? Maar die is niet te vinden dus is het dan toch dezelfde persoon?
In de akte van overlijden staat dat de overleden Nicolaas Philip Francis Orie weduwnaar is van Petronella Hendrina Sleuter. Dan moet er dus ook een huwelijksakte met die namen zijn.


En die is er. Het huwelijk wordt voltrokken in Amsterdam op 20 mei 1835. De bij het huwelijk aanwezig zijnde moeder wordt vermeld als Hermina van den Boom. Er is dus geen twijfel meer dat de moeder van de overleden Nicolaas Philip Francis Orie Hermina van den Boom heet en niet Wilhelmina van der Stam. Dus de overlijdensakte klopt van geen kant. De leeftijd van de overledene klopt niet en de voor- en achternaam van zijn moeder al evenmin. Maar die achternamen, Van den Boom en Van der Stam, die doen toch wel erg aan een boomstam denken.
De twee aangevers van het overlijden van Nicolaas Philip Francis zijn beiden 'bedienaar'. Ook aan hun namen te oordelen zijn deze geestelijken geen familie. Zij zullen dus de informatie over de overledene van familieleden gehoord hebben. Of zij vervolgens bedacht hebben dat het veranderen van de achternaam van de moeder van de overledene wel een goede grap zou zijn of dat het een bonafide misverstand is geweest, we zullen het nooit weten. Maar de overlijdensakte van Nicolaas Philip Francis Orie is in ieder geval op een aantal punten niet juist!

Sunday 22 October 2023

Een gek huwelijk/An insane marriage

 For a summary in English please scroll down.

Al bladerend door wat oude kranten in Delpher las ik onderstaande mededeling.

Afb./img 1: Algemeen Handelsblad 3-1-1875
Het was niet de eerste keer dat ik zoiets zag. Elke keer heb ik me wel afgevraagd wat daar nu toch de aanleiding voor zou kunnen zijn. Een echtgenote die van winkelen hield, die weinig benul van de waarde van geld had? Of gewoon iemand met een gat in haar hand, dat zal ook toen wel voorgekomen zijn. Het is in ieder geval een soort mededeling die je tegenwoordig niet meer zult aantreffen. Maar aan het eind van de 19e eeuw, en nog lang daarna, zat de (patriarchale) maatschappij nog wat anders in elkaar. Overigens was de term 'huisvrouw' in die tijd de gebruikelijke aanduiding voor de vrouw in het huwelijk. Kwade tongen beweren dat je er dan kennelijk ook nog andere vrouwen op na kon houden maar daar heb ik nooit bewijs voor gevonden. In ieder geval was deze annonce een mooie aanleiding om eens te proberen iets meer over de achtergronden uit te vinden.

In volgorde van opkomst zien we eerst Cornelia Meister. Ze is de dochter van de in Riede, Kreiss Wolfhagen in Hessen (D) geboren suikerbakker Johann Arend Meister en de Amsterdamse Johanna Maria Dieckman. Cornelia ziet het eerste levenslicht in Amsterdam op 18-1-1851.
Haar echtgenoot is Hermanus Willem Sacht(e)leben, zoon van de uit Braamse (D) afkomstige kleermaker Johann Heinrich Sacht(e)leben en Alida Bavin(c)k geboren in Bentheim, ook in Duitsland. Hermanus is een paar jaar ouder dan Cornelia, hij is van 16-1-1846 en eveneens geboren in Amsterdam.
Waar Hermanus z'n eerste levensjaren doorbrengt, is (mij) niet bekend. Maar op z'n 8e woont hij met zijn ouders op de Zeedijk en in december 1854 verkast het gezin naar de Oude Teertuinen (bij de kop van de Zeedijk rechtsaf).
Op 15-3-1864 wordt de kleermakerszoon ingeloot voor de Nationale Militie. Maar kennelijk is hij (of zijn vader) voldoende vermogend om een remplaçant (ene Wouter Schuijt) te vinden die voor Hermanus bij de Militie gaat dienen. Bij die gelegenheid geeft hij op bierslijtersknecht te zijn.

Acht jaar later, op 30-4-1874, trouwt Hermanus met Cornelia. Ze gaan vanaf die datum met z'n tweetjes wonen aan het Kamperhoofd, vlak bij de Oude Teertuinen. Je krijgt dan allerlei visioenen van een gelukkig stelletje dat op een roze wolk de eerste maanden van hun huwelijk doorbrengt. Alleen past niet in dat plaatje dat de heer des huizes na ongeveer een maand het pand verlaat en ergens anders gaat wonen. Dit met achterlating van zijn bruid die daar nog tot januari 1875 verblijft. Wat is hier aan de hand?

Hermanus blijkt in mei 1874 verhuisd te zijn naar de Prins Hendrikkade. Daar blijft hij tot april 1876. Verrassend genoeg komt Cornelia vanaf begin 1875 toch weer bij haar man wonen. Hebben ze het weer goed gemaakt of is er toch wat anders gaande? 
Vanaf 3-1-1875, Cornelia is net weer terug, wordt de hiervoor afgebeelde Waarschuwing herhaalde malen in de krant gezet. Het wekt de indruk dat Cornelia concessies heeft moeten doen of beterschap heeft beloofd. En dat ze daarom weer in het huis van haar man werd toegelaten.

Maar de werkelijkheid kan natuurlijk ook heel anders zijn. Hoe de situatie zich in huize Sachteleben gedurende 1875 precies heeft ontwikkeld, dat weet ik niet. Maar het is daar toch wat minder gezellig geweest dan de buitenwereld gedacht heeft want op 1-3-1876 wordt Hermanus opgenomen in het Buitengasthuis op de afd. krankzinnige mannen. Dus daar zal het nodige "gedoe" aan vooraf gegaan zijn.

De situatie in de gasthuizen was verre van ideaal. Het Parool vatte dat begin dit jaar in een artikelkop samen met de veelzeggende tekst: 
Afb./img 2: Kop uit Het Parool 4-2-2023
Op de website van het Stadsarchief staat o.m.:

"De onfortuinlijke die ziek werd of gewond raakte én in één van de gasthuizen belandde had overigens dubbel pech: Hoewel de medische kennis door de eeuwen heen verbeterde, waren zowel het Binnen- als het Buitengasthuis nog tot diep in de negentiende eeuw berucht om de spartaanse verzorging, de slechte hygiëne en brandgevaar. Wie geld had liet zich dan ook liever thuis verzorgen! 

Anders dan nu konden Amsterdammers en toeristen na het betalen van poortgeld naar binnen om de zieken en gekken te bekijken."

Afb./img 3: Psychiatrische patiënten in het Buitengasthuis ca. 1890
met arts Van Dommelen en verplegers 1)

Hermanus verblijft 13 dagen in deze "psychiatrische inrichting" waarna hij een onderkomen vindt in de Wijde Kapelsteeg. Niet voor lang echter want op 15 april wordt hij weer voor 13 dagen opgenomen in het Buitengasthuis, nu op de afd. zieke mannen.

Later blijkt dat hij na ontslag op 3 juli naar het buitenland (Antwerpen) is gegaan maar op 8 augustus woont hij alleen weer aan de Oudezijds Achterburgwal. Daar blijft hij niet lang. Vanaf maart 1877 gaat hij vermoedelijk bij zijn moeder inwonen maar op welk adres? Er zijn voor de weduwe Sachteleben-Bavink namelijk twee inschrijvingen in het bevolkingsregister. Eén op het Kamperhoofd en de andere op de Prins Hendrikkade. Die adressen liggen wel dichtbijelkaar maar twee inschrijvingen voor dezelfde periode, daar klopt iets niet. Het gegeven dat de eerste inschrijving op naam van Sachteleben is, een naam die bij de tweede als Sachtleben geschreven wordt, kan daar al nauwelijks de oorzaak van zijn.


Even terug naar Cornelia. Nadat haar man in maart 1876 voor de eerste maal is opgenomen in het Buitengasthuis, blijft zij tot eind 1876 op de Prins Hendrikkade wonen. Maar voor die tijd besluit ze kennelijk al dat het wel mooi is geweest met Hermanus. Ze dagvaardt hem op 26 februari, een paar dagen voordat hij in het Buitengasthuis wordt opgenomen, met een eis tot scheiding subsidiair tot scheiding van tafel en bed. De Arrondissementsrechtbank in Amsterdam wijst vonnis in deze zaak op 23-10-1876.

Afb./img 4: Algemeen Handelsblad 14-12-1876
In het vonnis, waaruit blijkt dat Hermanus tijdens de hele procedure niet aanwezig is geweest en in Antwerpen woont, valt te lezen dat er sprake is geweest van bewezen buitensporigheden, mishandelingen en grove beledigingen. De advocaat van Cornelia rept ook van misbruik van sterke drank, zie ook de 'update 28 okt. 2023' verderop. Omdat volgens de rechtbank geen zodanige verwondingen zijn toegebracht dat het leven van Cornelia in gevaar is geweest, wordt nog niet tot een definitieve scheiding besloten maar tot scheiding van tafel en bed. Ook wordt een alimentatie toegekend van 5 gulden per week.
Afb./img 5: Deel van de conclusie van advocaat Van der Hans 2)
Het zal in die tijd niet veel zijn voorgekomen dat de vrouw als eisende partij optreedt maar het gebeurde dus wel 3). Indien partijen niet alsnog tot een vergelijk kwamen, dan werd het huwelijk meestal na vijf jaar definitief ontbonden. Zover is het niet gekomen want Hermanus overlijdt op 11-3-1877, slechts 31 jaar oud. En daarmee komt na nog geen drie jaar een eind aan dit toch wat merkwaardige, om niet te zeggen gekke en ook nog kinderloze huwelijk (!) van Cornelia.


En Cornelia, hoe gaat zij verder na deze episode in haar leven? Na haar verblijf op de Prins Hendrikkade trekt zij bij haar ouders in op de Passeerdergracht. Die wonen daar nog met vier broertjes en zusjes van Cornelia. Ze blijft daar maar een paar maanden, tot april 1877. In die tijd zal ze wel gehoord hebben dat haar "ex" is overleden. Ook zal haar alimentatie gestopt zijn. Daarna verhuist ze nog een paar keer, woont steeds alleen en vindt ook weer werk; ze gaat als tapster aan de slag. Of het komt dat ze door haar werk wat meer onder de mensen komt, maar vanaf februari 1879 woont ze op de Marnixkade met ... een die maand geboren dochter die zowel haar voor- als achternaam draagt. Van de vader geen spoor, tenminste niet in het bevolkingsregister. In maart 1880 vinden we haar weer terug in de Egelantierstraat, nog steeds met dochter Cornelia. Kort daarop verhuist ze weer eens, nu naar de Konijnenstraat. Haar dochter heeft plotseling een andere achternaam: Kother. In 1883 en 1886 komen daar nog een dochter en een zoon bij, ook met die familienaam. Maar nog steeds geen vader in beeld. Tot 28-7-1887, dan trouwt Cornelia met de diamantslijper Lodewijk Kother (ook: Köther). Bij dat huwelijk worden de drie eerder genoemde kinderen erkend. Het vreemde is wel dat ze in de Konijnenstraat al getooid zijn met de achternaam Kother terwijl ze toch echt vòòr het huwelijk geboren zijn en ook als Meister in de huwelijksacte genoemd worden.

Vermeldenswaard is nog dat Cornelia ergens na maart 1880 een winkeltje in garen, band en manufacturen is begonnen op de Nieuwezijds Voorburgwal 332. 

Afb./img 6: 332 Nieuwezijds Voorburgwal 4)
midden met trapgevel/premises in the middle with stepped gable

We weten dit omdat ze in de loop van 1884 failliet wordt verklaard.

Afb./img 7: Algemeen Handelsblad 25-1-1884

Op 26-12-1890 krijgt Cornelia haar zesde koter eehh kind. Lodewijk en Cornelia worden ook nog verblijd met klein- en achterkleinkinderen. Dat valt op te maken uit beider rouwadvertenties. Ze overlijden in 1934, een half jaar na elkaar.

Afb./img 8: Rouwadvertenties/obituaries Köther-Meister


Al met al mag je toch vaststellen dat Cornelia een bewogen leven heeft gehad. Haar levensomstandigheden zullen niet riant geweest zijn maar dat is uit de beschikbare documenten nauwelijks op te maken. Of je moet uit de adressen/buurten, waar Cornelia allemaal gewoond heeft, conclusies kunnen trekken. In ieder geval is het "leuk" om vast te stellen wat je al niet kunt uitvinden naar aanleiding van een simpele maar intrigerende mededeling.


Update 28 okt. 2023

Op 4-9-1876 vinden de getuigenverhoren plaats 2). Er zijn acht getuigen opgeroepen, zes daarvan mogen hun zegje doen. Procureur Van der Hans vindt dat voor de laatste twee niet meer nodig. De griffier heeft moeite de juiste gegevens van de getuigen te noteren. Mondelinge gegevensoverdracht is niet waterdicht; tussen [....] staan de gecorrigeerde gegevens o.b.v. het bevolkingsregister.

Die getuigen, allen à charge, zijn:

1. Aart Vapen [moet zijn Foppen] (28), werkman van den handel, wonend in de Nieuwebrugsteeg 8 (geb. 17-7-1848 te Harderwijk). Vermeldenswaard is nog dat deze Aart van 14-7-1885 tot 16-6-1886 verblijft in het krankzinnigengesticht te Medemblik. 

2. Anna Hillegonda Baumeister [m.z. Bouwmeester] (51), weduwe van Johannes Cornelis Haas, naaister, wonend Gelderschekade 15 (geb. 20-6-1825 te Amsterdam). Anna laat noteren dat zij niet kan schrijven.

3. Daatje Westerkamp (52), huisvrouw van Jan [Jens] Willem Elsner, schoonmaakster, Korte Kerkstraat 1 (geb. 28-3-1825 te Watergraafsmeer.

4. Johan Ferdinand NuKwist [m.z. Nygvist] (26), kleedermaker, wonend Zeedijk (68) bij de Stormsteeg (geb. 10-9-1851 te Udevalla, Zweden).

5. Vincentius Gerardus [m.z. Richardus] de Vries (53), vletterman, Oudezijds Voorburgwal 14 (geb. 23-9-1821 te Amsterdam).

6. Jan Bleeker (36), ambtenaar bij de belastingen, Marnixstraat 14 (geb. 28-4-1841 te Amsterdam).


Men getuigt van drankmisbruik (getuigen 1,2,3,4 en 6), hevig uitschelden (1,2,3,4 en 6), mishandeling (2 en 5), vernieling van huisraad (2,3 en 6), gedwongen de woning te verlaten (1,2,3 en 4) en in het gezicht spugen (4).

Uit de diverse processen verbaal blijkt dat de gedaagde Hermanus een tapperij had op de Buitenkant bij de Schreierstoren. Ik vermoed dat hij daar zijn eigen beste klant is geweest.


Noten:

1) Bron: Stadsarchief Amsterdam, toegangsnummer 5268.FO Archief van de Gemeenteziekenhuizen

2) Met dank verkregen via de 'scan op verzoek-service' van het Noordhollands Archief (toegangsnummer 198, inv.nrs 1157 en 1891).

3) Nadat ik deze veronderstelling had opgeschreven, heb ik een poging gedaan om na te gaan of die bewering hard te maken is. 

Aan het eind van de 19e eeuw werden echtscheidingsrekesten (inclusief die van tafel en bed) behandeld door een arrondissementsrechtbank. Voor de Amsterdamse rechtbank zijn de naamklappers nog beschikbaar bij het Noordhollands Archief. Daarin heb ik gekeken naar de scheidingen van personen waarvan de achternaam met een "grote letter" begint, de B. In de periode 1882-1899 werden daar 428 rekesten behandeld. Gebaseerd op de voornamen werden die rekesten gedaan door slechts 144 mannen (33,6%). Dat betekent dat veruit de meeste rekesten werden ingediend door vrouwen (284, 66,4%)!! Rekesten worden ingediend door de eiser(es) in de procedure. Als dat betekent dat vrouwen in die gevallen het initiatief tot de scheiding hebben genomen, dan is mijn veronderstelling misschien wel plausibel maar niet juist.

NB Wanneer Nederlandse familienamen worden verdeeld o.b.v. de eerste letter, dan komen bij de B en de S de meeste namen te staan.

4) Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Summary of this post in English

Digitally leafing through historical newspapers made available by the Dutch Royal Library, I saw this warning in an 1875 issue. It is the first image in this post. The translation reads:
WARNING
Everyone is warned not to provide money or credit to my wife CORNELIA MEISTER as I will not make any reimbursements.
                                                                                      w.s. H.W. SACHTELEBEN
Although I have seen this type of announcement before I still wonder why a husband feels compelled to inform the world that his wife is not trustworthy. Is she a big spender, doesn't she know the value of money or is she in the habit of buying useless things? In any case, this type of classified ad is something of the past. At the end of the 19th century, it was not uncommon. But for me, it is now a motive to try and find out the why of this ad.

The text mentions Cornelia Meister. She is the daughter of German confectioner Johann Arend Meister and Amsterdam-born Johanna Maria Dieckman. Cornelia was born on January 18, 1851, also in Amsterdam.
Her husband is Hermanus Willem Sachteleben. His last name, like his wife's, sounds very German. There is a good reason for that, both his parents originated there. They are taylor Johann Heinrich Sachteleben and Alida Bavink. Hermanus was also born in Amsterdam on January 16, 1846.


Before their marriage, both Cornelia and Hermanus lived at various addresses. As of April 30, 1874, the date of their marriage, they lived together in a street called Kamperhoofd which is near the present Central Station. Let happiness begin! That seems like a logical thought. However, this thought does not coincide with the fact that Hermanus leaves the marital home just a month after the wedding ceremony. Cornelia stays behind and remains there until January 1875. So what is going on here?


According to the population registers Hermanus moves to the Prins Hendrikkade. He stayed there until April 1876. Surprisingly enough Cornelia joined her husband again in early 1875. Did they make it up or what?

As of January 3, 1875, the above-mentioned warning is published repeatedly. Why? Did Cornelia make concessions or did she promise to better her life? We don't know.

But maybe there is another reason. There is no information about how the two partners got along. But possibly it was a little less cozy than the outside world thought.

On March 1, 1876, Hermanus was admitted to the insane asylum ward of the Amsterdam Buitengasthuis. At the time this institution was infamous for its bad hygienic circumstances and the spartan care patients were subjected to. Against payment, outsiders were even admitted to eye the sick and the insane!

Hermanus stayed there for 13 days when he moved to again another address, alone. But not for long. On April 15 he was hospitalized once more in the same institution. But this time he stayed in the part where sick men were cared for. Again he stayed there for 13 days. It looks like that after this period he moved in with his mother.


In the meantime, Cornelia continued to live at the Prins Hendrikkade address until the end of 1876. Apparently, she decided there was little hope for a normal marriage with Hermanus and she filed for a divorce. During the court proceedings, it became clear that there was excess, physical abuse, and gross insult. Also, the attorney spoke of alcohol abuse. For witness statements see the update below. 

Because the judges did not consider it proven that Cornelia's life was endangered, the sentence was separation from bed and board (image 4). The judge in Amsterdam also awarded alimony in the amount of 5 guilders per week.


Considering that at the end of the 19th century, society in The Netherlands was dominated by men, I feel it is remarkable that Cornelia took this action. But she did! 5)

Shortly after the judge's verdict, on March 11, 1877, Hermanus died, just 31 years old. And that ends a childless marriage that lasted less than three years.


And Cornelia, how did she continue after this cumbersome period in her life?

She moved in with her parents and four remaining brothers and sisters. Her profession is shown as tapster. Thereafter, she moved again a couple of times until we found her in a house on the Marnixkade where she lives with ... a daughter also named Cornelia. Possibly she met the father during her work but he remains nameless for the time being.

When living in the Konijnenstraat (Rabbitstreet) a few years later there were two more kids. But all three now have a different last name: Kother. Finally, on July 28, 1887, the father appears on stage. Cornelia and diamondcutter Lodewijk Kother got married. During that ceremony, Lodewijk recognized the three children as his children.


At some time during her marriage, Cornelia started a shop in yarn, ribbons, and other dry goods at 332 Nieuwezijds Voorburgwal (image 6). We know this because, in the course of 1884, she was declared bankrupt (image 7).

All in all, Lodewijk and Cornelia had six children. The last one, Coenraad Johannes, was born on December 26, 1890. The couple was 77 and 83 years old. They died within six months of each other in Amsterdam in 1934.


Postscript

I tried to demonstrate that even behind a simple classified ad dramatic events may be hidden. Also, historical newspapers are a source of inspiration for people who like to uncover the past. 


Update Oct. 28, 2023

During the witness hearing on Sept. 4, 1876, six witnesses testified in favor of Cornelia. They speak of alcohol abuse by Hermanus as well as scolding, assault, and destruction of household goods. Also, Cornelia is forced to leave the marital home, and Hermanus spits her in the face.

From the proceedings, it also appears that Hermanus runs his own pub. I guess he was his own best customer.


Note

5) Although this seems like a credible assumption, it does not appear to be true. I had a look at a limited number of petitions for divorce made during 1882 u/i 1899. In this period there were 428 petitions for persons, living in Amsterdam, whose last name started with a B. Out of this number, 284 (66,3%) petitions had been made by women!! So much for my credibility...


Saturday 30 September 2023

Een niet bestaand familielid

Met enige regelmaat voegt Delpher nieuwe publicaties toe aan de al imposante hoeveelheid kranten, boeken enz. Zo ook jongstleden dinsdag toen 343 tijdschrifttitels in de verzameling werden opgenomen. Daarbij titels als Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer maar ook Libelle en Margriet, om er maar een paar te noemen. Wanneer er zulke aankondigingen komen, dan is het een goede gewoonte (vind ik) om na te gaan of er iets bij zit dat betrekking heeft op familienamen waar ik onderzoek naar doe. En ja hoor, er zat zelfs een verrassing tussen, een mij onbekende dame die de familienaam Miebies droeg!

Je kunt je afvragen of dat zo bijzonder is, iemand die jouw familienaam draagt. In ons geval wel. In de afgelopen 227 jaar zijn er in totaal 48 personen geweest die de naam Miebies hebben gedragen of nog steeds dragen. En die zijn mij allemaal bekend, met naam en toenaam. Dus wanneer ik een publicatie onder ogen krijg waarin een mevr. N.E. Gerritsen-Miebies genoemd wordt, dan is mijn belangstelling gewekt omdat de naam van de echtgenoot in onze familie niet voorkomt.

Bij die nieuwe tijdschrifttitels in Delpher zit ook het verenigingsblad van de Nederlandsche Reisvereeniging, de N.R.V. Hoewel het Haagse kantoor in 1914 nog op een ander adres gevestigd was, kan ik me nog goed herinneren dat de N.R.V. later een ruim kantoor in gebruik had aan het begin van de Laan van Meerdervoort op de hoek van de Zeestraat. Er was, getuige de lange ledenlijsten in het verenigingsorgaan, ook toen al kennelijk genoeg belangstelling voor het lidmaatschap van deze organisator van vakantiereizen.

Het NRV-vereenigingsorgaan Reizen en Trekken
van febr. 1914 (bron: Delpher)
Zomaar lid worden van de N.R.V., dat ging niet. Je kon door een lid worden voorgedragen voor het lidmaatschap en dan mochten de leden nog bezwaar maken. Er was dus een vorm van ballotage. En op een van die lijsten van 'candidaat-leden', daar stond mevr. Gerritsen-Miebies.

Samen met haar man werd zij voorgedragen door J.(F.) Miebies die in februari 1914, eveneens met zijn vrouw (Reiniera Carolina Miebies-Jung), al lid geworden was. Deze Johannes Frederikus Miebies (1869-1937) droeg de N.R.V. kennelijk een warm hart toe want hij was actief in de ledenwerving. De hierboven genoemde heer Herens werd gekandideerd en ook het echtpaar De Zanger-Graves hieronder. Daarnaast nog een aantal anderen op verschillende tijdstippen.
Terug naar mevr. Gerritsen-Miebies. Gelukkig staat daar ook haar woonadres genoemd, de L(aurens) Reaelstraat 7 in Den Haag. Hoewel daar geboren, had ik geen idee waar deze straat ergens te zoeken.
De straatnaam bestaat nog steeds maar van de toenmalige bebouwing is niets meer over. De straat is gelegen in het gebied achter waar tegenwoordig het Centraal Station is gehuisvest, naast de Utrechtse Baan.
De Laurens Reaelstraat nu *...
(met nummer 7 bij de rode pijl)
... en toen**
(met nummer 7 bij de lantaarnpaal)

The times they are a-changing zullen we maar zeggen.
Maar hoe nu verder? Op Wiewaswie.nl is het mogelijk om op een combinatie van personen te zoeken. Dus eerst maar eens kijken of er een C. Gerritsen getrouwd is met een N.E. Miebies. Dat huwelijk is, zoals ik al verwacht had, niet te vinden. Er zijn ook geen andere registraties van deze twee personen.
Dan maar gezocht naar een huwelijk of een andere registratie waarbij dezelfde C. Gerritsen en een dame met de voorletters N.E. betrokken zijn. Bij de zoekvraag kan je helaas slechts 1 voorletter opgeven. Zonder tijdsbeperking produceert de vraag 283 hits. Maar wanneer je zoekt in de periode 1850-1914, dan houd je 116 resultaten over.
Omdat het echtpaar in Den Haag woont, eerst daar maar eens gekeken. Dat zijn vijf registraties waarvan vier betrekking hebben op een C. Gerritsen van het mannelijk geslacht. Eén van die registraties betreft een huwelijk van een Cornelis Gerritsen met een Neeltje Elisabeth de Zanger. Zij trouwen op 28 september 1906. Ook zijn zij de vader en moeder van een dochter die op 5 oktober 1911 wordt geboren.
Hoewel de voorletters kloppen, is natuurlijk nog niet zeker dat dit de candidaat-leden van de N.R.V. zijn. Maar de naam 'de Zanger' doet wel een belletje rinkelen. Had het N.R.V.-lid J. Miebies ook niet een echtpaar De Zanger als lid voorgedragen? Toch wel een aanwijzing dat dit de goede richting zou kunnen zijn.

Bij de vijf 'Haagse registraties' zit ook een gezinskaart uit het Bevolkingsregister van Cornelis en Neeltje. En daar staat de bevestiging dat het echtpaar Gerritsen-de Zanger het gezochte echtpaar is. Op de gezinskaart staat dat de familie o.a. gewoond heeft in de Laurens Reaelstraat 7.
Gezinskaart uit het Haagse Bevolkingsregister

Het adres staat in de 5e kolom bovenaan
En daarmee is het bewijs geleverd dat mevr. N.E. Gerritsen-Miebies nooit bestaan heeft. Het geval berust op een verschrijving, waarschijnlijk op de administratie van de N.R.V. In latere uitgaven van 'Reizen en Trekken' heb ik geen correctie meer gevonden. Het is de vraag of Neeltje Elisabeth daar onder geleden heeft. Ik denk het niet getuige de volgende advertentie uit de CBG-collectie.
40 jaar getrouwd
Het adres staat ook op de gezinskaart
Ik weet niet hoe lang Neeltje N.R.V.-lid is geweest maar in ieder geval is het lidmaatschap op 4 december 1963 beëindigd.
En zo komt er een eind aan het leven van iemand die nooit bestaan heeft.
Haar man Cornelis overlijdt slechts een jaar en 15 dagen later.

Akte van overlijden d.d. 22-12-1964 van Cornelis Gerritsen

PS In een ander tijdschrift, de Officiëele mededeelingen van den Nederlandsche Voetbal-Bond, las ik dat Cornelis Johannes Miebies gedurende de oorlogsjaren secretaris is geweest van de voetbalvereniging Die Haghe. Dat was de nieuwe naam van wat tot in de oorlog de naam was van de fusieclub Die Haghe-BZW.
Nog een sportbericht. In de Sportkroniek van 29-6-1922 staat de mededeling dat ene H. Orie, Zeestraat 7, Loosduinen, is geroyeerd als lid van de Haagsche Voetbalbond. Samen met hem werd nog een aantal Loosduiners, eveneens lid van de Loosduinse v.v. Postduiven, geroyeerd.
De reden van het royement wordt niet duidelijk maar het zal niet wegens het niet betalen van de contributie zijn geweest ... Het gaat hier zeer waarschijnlijk over Hendrikus Johannes (Henk) Orie (*24-6-1904) die later (1931) trouwde met Emma Augusta Mathilda Götze.
Hoe dan ook, niet alleen de kranten maar ook de tijdschriften in Delpher zijn de moeite waard om door te nemen.

* Bron: Google Maps
** Collectie Haags Gemeentearchief, fotograaf H.A.W. Douwes

Update 2 okt. 2023
Pas vandaag heb ik gehoord dat nicht Marijke bij de N.R.V. op de Laan van Meerdervoort heeft gewerkt. Jammer dat ik dat niet eerder heb geweten, ik zou haar gevraagd hebben of ze (de geest van) mevr. Gerritsen-Miebies misschien heeft gekend.

Sunday 4 June 2023

Arsenicum en oude krant

Mensen die hun klassieken kennen, vermoeden waarschijnlijk een tikfout in de titel van dit blog. Deze opening geeft al aan dat het dat niet is. Integendeel, het is zeer bewust zo opgeschreven. Het is een woordspeling ontstaan toen ik zat te "bladeren" op de onvolprezen (oude) krantensite van de Koninklijke Biliotheek, Delpher. Min of meer bij toeval las ik een paar keer een artikeltje over moord met behulp van arsenicum. De associaties die ik heb bij het woord 'arsenicum', hebben te maken met de in de titel van dit blog geparafraseerde film/toneelstuk en met mijn idee dat dit gif iets is dat veelal door vrouwen wordt gebruikt om een slachtoffer uit te schakelen. Zo kwam ik op het idee om eens na te gaan hoeveel arsenicummisdaden in Nederlandse kranten terecht zijn gekomen. Die kranten moeten dan natuurlijk wel in de Delphercollectie zijn opgenomen. Het resultaat van dit onderzoekje vindt u hierna. Het zijn er in ieder geval meer dan ik dacht.

Maar eerst, waar werd arsenicum voornamelijk voor gebruikt? Arsenicum stond ook wel bekend als rattenkruit. In vroeger dagen, toen de hygiënische omstandigheden nog niet zo geweldig waren, was dit een huis-, tuin- en keukenmiddel om ratten en muizen uit te roeien wanneer het er wat veel werden. Het was in diverse samenstellingen voor dat doel verkrijgbaar bij apothekers en drogisten. Ook werd het, vermengd met kalk, gebruikt om muren te witten om 'wandgedierte' te verdrijven. Het stond bekend onder de soortnaam 'operment'. Arsenicum was dus voor iedereen moeiteloos verkrijgbaar, misschien wel een reden voor de "populariteit" van dit gif.

Van 1843 tot 1958, zo'n 115 jaar dus, heb ik 63 voorvallen gevonden waarin geprobeerd is om met arsenicum een eind aan iemands (vaak ook aan meer 'iemanden') leven te maken. Meestal was dat met succes en soms bleef het bij een poging. In de eerste periode t/m 1899 - 57 jaar - levert Delpher 30 al dan niet geslaagde pogingen op. Van 1900 t/m 1958 - 59 jaar - ben ik er 33 tegengekomen. De populariteit van arsenicum voor dit doel blijkt dus in de loop van de tijd redelijk stabiel te blijven. 

Maar is mijn veronderstelling juist dat arsenicum meer een 'vrouwenmiddel' is dan dat mannen er gebruik van maken? Het antwoord is 'ja'. In totaal zijn er 70 daders. Daarvan 38 (54%) vrouwen en 30 (43%) mannen. Van 2 wordt uit de publicaties niet duidelijk wat het geslacht van de dader is. Er zijn meer daders dan delicten doordat er soms medeplichtigen in het spel zijn. Wel meer vrouwen dus die naar het arsenicum grijpen, maar significant meer ..., mwah.

Maria Catharina Swanenburg
"Goeie Mie"
Leiden 1839 - Gorkum 1915
De genoemde 63 vergiftigingsgevallen blijken 111 slachtoffers te hebben gemaakt. Die zijn niet allemaal overleden maar het gros wel. Dat getal wordt zeer beïnvloed door een dame die aan het eind van de 19e eeuw bekend stond als "Goeie Mie". Haar echte naam was Maria Catharina Swanenburg, geboren in Leiden op 9-9-1839. Voor zover bekend was Mie maar in één ding goed en dat was mensen vergiftigen. Ik vermoed dat zij wel Nederlands kampioen in dat opzicht is. De krantenberichten spreken over 27 slachtoffers waaronder waarschijnlijk ook haar eigen ouders. Maar er zijn verdenkingen tot wel 90 slachtoffers. Een deel van haar beweegredenen zat in het opstrijken van uitkeringen uit 'begrafenisfondsen'. Het oplichten van verzekerings-maatschappijen is dus ook van alle tijden. 
Begin mei 1885 werd Maria tot levenslange tuchthuisstraf veroordeeld voor drie bewezen vergiftigingen/moorden en overgebracht naar de strafgevangenis, eerst in 's Hertogenbosch, later in Gorkum. Minder dan een jaar later, op 29-1-1886, laat haar man, Johannes van der Linden, zich van haar scheiden. Maria overlijdt op 11-4-1915, nog steeds woonachtig in de Gorkumse  strafinrichting. Ze heeft dan bijna 30 jaar opgesloten gezeten. Levenslang was toen nog echt levenslang! Merkwaardig genoeg wordt haar overlijden al jaren voor haar verscheiden gemeld.

De Volksstem, 4-7-1894
De rectificatie heb ik niet gevonden.
Een categorie slachtoffers die ook opvalt, zijn de echtgenoten en overige familieleden. In 36 gevallen was vergiftiging gericht op de huwelijkspartner, in 31 gevallen op andere familieleden. Problemen in de relationele sfeer, inclusief overspel, waren vaak aanleiding. Maar ook geld/erfenissen speelden een rol. 

In 1870 werd in Nederland de doodstraf in het strafrecht afgeschaft. Voor die tijd heb ik negen vergiftigingsgevallen gevonden. Op één na werd in alle gevallen de doodstraf geëist. De vonnissen waren iets genuanceerder. "Slechts" vijf maal werd die straf ook opgelegd. In drie gevallen daarvan werd door de Koning gratie verleend en werd de straf omgezet in 10 of 20 jaar tuchthuis. In één geval was er naast de gevangenisstraf ook nog 'te pronkstelling'. Dat hield in dat je met de galgstrop om de nek een half uur op een schavot letterlijk te kijk werd gezet. Op 2 december 1847 kon het toegestroomde publiek zich uitleven door ene Hendrikje Meilofs Doelen luidkeels uit te schelden, in dit geval in Assen. De Officier van Justitie voegde daar nog zijn zienswijze aan toe: "Gezegend is het land waar aldus het misdrijf gestraft en het recht gehandhaafd wordt". Tja, het waren andere tijden.

Het enig aangetroffen uitgevoerde doodvonnis, was dat van J.C. van Stenis die in Den Haag zijn oom een vergiftigd pasteitje had voorgeschoteld. Het betrof hier een geldkwestie, oom was niet bereid Van Stenis aanzienlijke sommen geld te lenen. Nadat het Hof hem had veroordeeld tot de strop, heeft zijn vrouw nog geprobeerd Koning Willem II te benaderen om hem om gratie te vragen. Dat ging op een manier die wij niet meer kennen, zie hierna.
Utrechtsche Provinciale en Stads Courant, 9-10-1843
Maar ook deze voetval heeft niet mogen baten en op 25 oktober werd Johannes Cornelis van Stenis, ondanks het slechte weer onder grote belangstelling, op de Grootemarkt in Den Haag opgehangen. Zijn overlijden werd in Den Haag op dezelfde dag door twee politiemannen, de heren Verboom en Pauli, aangegeven bij 'den Burgerlijken Stand'.
Overlijdensakte J.C. van Stenis, Den Haag 25-10-1843
Hoewel zijn vrouw en kind in Utrecht woonden, was de schande van deze doodstraf kennelijk zodanig dat zij haar kind de bezoedelde naam van zijn vader wilde besparen. Daarom heeft zij verzocht zijn geslachtsnaam te mogen veranderen in die van haar. Een jaar na het overlijden van vader, staat de wijziging in de Staats-Courant.
Overijsselsche Courant, 15-10-1844
Onder de gifmoordplegers was er nog eentje die de kranten vele malen gehaald heeft. Veel mensen (van mijn leeftijd) zullen zich de 'Berkelse arts O.' nog herinneren. Zijn volledige naam was Johannes Franciscus Alphonsus Maria Opdam. Hij was huisarts in Berkel en Rodenrijs en had daar zijn vrouw Arnolda Catharina van Eijl een fatale vergiftiging toegediend; zij stierf op 24-9-1952. Dokter O. kreeg daarvoor op 8-6-1954 levenslang.
Dat was niet zijn laatste optreden in de nationale pers.
In februari 1958 verschenen er berichten in de kranten over de dood van Arie Lodder op de 4e van die maand. Die zat ook  wegens vergiftiging van zijn vrouw in de Leeuwardense strafgevangenis. Maar was het zelfmoord of had dokter O. er iets mee te maken? Na een zeer langdurig onderzoek en een rechtsgang t/m de Hoge Raad, kwam op 18-6-1963, ruim 5 jaar later, vast te staan dat O. voor de tweede keer iemand had vergiftigd. Hij kreeg wederom levenslang en werd daardoor een unicum in de Nederlandse strafrechtgeschiedenis. Het hoger beroep mocht niet baten.
Algemeen Handelsblad, 30-3-1961
Noemenswaard is nog dat tijdens de eerste strafzaak tegen O. zijn advocaat, mr. M.H. Huijgens, werd gearresteerd en 27 dagen opgesloten. Dat had te maken met briefjes van een getuige, die door mr. Huijgens aan O. zouden zijn gegeven. Zo bezien is de recente arrestatie van mr. Inez Weski, ook beschuldigd van het doorgeven van informatie, niets nieuws.

Iemand willen vergiftigen is één ding, het toedienen is weer wat anders. Dat moet natuurlijk zo gebeuren dat het doelwit het niet onmiddellijk in de gaten heeft. Arsenicum komt het meest voor in een witte poedervorm. Het heeft wel wat van suiker of meel. En het is oplosbaar in een warme vloeistof. 
In de aangetroffen 63 gevallen was het gebruik van brood(beleg) en koffie het meest populair, elk 7x. Daarna pap (6x) en soep (4x). In 23 gevallen werd niets vermeld.

Tegenwoordig komt het nog maar een enkele maal voor dat verdachten en veroordeelden met naam en toenaam in de krant komen. De standaard, nu gehanteerd door praktisch de hele pers, is dat alleen initialen en leeftijd genoemd worden. In vroeger dagen was dat anders, iedereen die lezen kon, wist precies over wie het ging. Pas in de 20e eeuw begon dat wat te veranderen. 
Ook werden verdachten wel beschreven op een manier die we vandaag als tenminste 'bedenkelijk' zouden kwalificeren. Wat te denken van de volgende citaten:
- dat zij, wat haar verstand aanging, minder was dan iemand anders van haar leeftijd en haar stand (sic) (1864) 
- op pleiter maakt den beklaagde den indruk dat zij niet is een normaal mensch (1906)
- een klein, niet zeer schrander uitziende man en een flinke, grof gebouwde vrouw (1913)
- heel Bergen kent haar reeds jaren als een zeer domme vrouw (1932)
Het zal wel toeval zijn maar vrouwen waren vaker onderwerp van dit soort beschrijvingen dan mannen.

Met de kennis van vandaag is het haast humoristisch om te lezen dat de verdachte Lubberta Reurink uit Oosterwolde de vergiftiging niet aangerekend mocht worden, dit ondanks haar zwangerschap! "Wel is het waar dat dikwijls zwangerschap de neiging tot brandstichting of diefstal verwekt, doch tot eene neiging tot dooden, die door zwangerschap zou zijn teweeggebracht, bestaat in de annalen der criminalistiek slechts één voorbeeld." We schrijven 1884.

In de 19e eeuw kwam het zeer regelmatig voor dat lijken moesten worden opgegraven om te kunnen onderzoeken of van vergiftiging sprake was geweest. Bij zo'n geval in 1876 werd tijdens de zitting de opmerking gemaakt dat 'dit voor lijkverbranders een netelig geval is'. De achtergrond van die opmerking is waarschijnlijk een discussie die is ontstaan n.a.v. de oprichting van de 'Vereniging tot invoering der lijkverbranding in Nederland'. Dat gebeurde in 1874 door een aantal 'heren van stand' in de Haagse sociëteit 'De Witte'. Bij Justitie zal men van mening zijn geweest dat aan verbrande lijken weinig meer te onderzoeken valt. En waar was dat nou weer goed voor, dat verbranden. Allemaal nieuwlichterij! Zo zal die discussie toen wel gegaan zijn.

Tot slot een lijst met namen (voor zover beschikbaar dan wel te vinden) van de gevonden vergiftigingsgevallen, zowel de geslaagde als die waar het bij een poging is gebleven. De datum is de pleegdatum. Een daaraan toegevoegde v betekent dat het delict voor die datum is gepleegd, een n daarna. De genoemde plaatsnaam is de plaats delict. Per geval worden zowel de daders als de slachtoffers, gescheiden door een /, genoemd. Achter de naam van de slachtoffers staat een [e] voor echtgeno(o)t(e), [f] voor overige familie of [3] voor derden. Daarachter de opgelegde straf: [ll] levenslang, [v] vrijspraak, [ds] doodstraf, [xj] aantal jaar opsluiting, [*] gratie, alles voor zover bekend. Ook komt voor [tps] te pronkstelling, [tbr] ter beschikking van de regering gesteld en [verm] vermoedelijk.
Rond de genoemde datum en met behulp van de namen, is in Delpher veel meer informatie te vinden. 

18430621v, Den Haag, van Stenis/Mouthaan [f] [ds]
18470129v, Wijk, Meilofs Doelen/Mulder [e] [v], 
                                                       /Donker+dochter [3] [ds] [*-->20j+tps]
18590224v, Den Haag, Gunkel/Esbra [3][ds]
18600112, Koog a/d Zaan, Loopwijk/Stephan [f] [ds] [*-->10j]
18631013, Ruinerwold, H. Kolk/Dalsem [e][ds] [*-->20j]
                                            M. Kolk/Dalsem [f] [v]
18670508v, Oostburg, Risseeuw/grootmoeder [f] [10j]
18740306, Schermerhorn, A. Akkerman/D.&J. Akkerman [f] [v]
18740506, Zevenaar, Thuis/Lankermann [e] [ll]
18770217, Waddinxveen, de Vos/Figee [e] [ll]
18771110, Amsterdam, van Dieren/de Geer Boers [e] in vrijheid gesteld
18821103v, Zevenaar, Vermeer/Smeenk  [f] [20j]
18830110, Oosterwolde, Reurink/v.d. Streep [e] [15j]
18831222v, Leiden, Swanenburg/Aben [3] [ll]
                                                    /de Hees [f] [ll]
                                                    /Frankhuisen [3] [ll]
18880412, Meppel, Roo/Roo [f] [20j]
Deze nuchtere Drent, Geert Roo, sprak bij het verlaten van de zaal en na het aanhoren van het vonnis van 20 jaar gevangenisstraf, de memorabele woorden:
Winschoter Courant, 6-7-1888
18900116, Waalwijk, Senderman/Schelte [e] [v]
18900720v, Amsterdam, Kuijpers/Smissaert [3] in vrijheid gesteld
18901014, Roden, Gaaikema/Hellinga [f] [ll]
Om financiële redenen zag de alleenstaande moeder van Grietje Johanna Hellinga het huwelijk van haar binnenkort meerderjarige dochter niet zo zitten. Dat blijkt niet uit de rouwadvertentie die zij laat plaatsen. Maar binnen een week ontstonden al de eerste twijfels en wordt dit een wat morbide annonce.
Provinciale Drentsche en Asser Courant, 16-10-1890
18930416v, Suawoude, Timstra/v.d. Meulen [e] [2j]
18971225, Sassenheim, M.J. v. Kampen/de Winter [e] [ll]
18980120,                                         /van Diest [f] [ll]
18980301v,                                        /G.M. v. Kampen [f]
                                                            /Augustinus [3]
18981021v, Rotterdam, van Viegen/J.P. Sörensen [e] [ll]
                                                        /C. Sörensen [f] [ll]
19011005, De Werken, Roza/Koek [e] [15j]
19040613, Haarlemmermeer, Speelmans/Datema [e] [12j]
19041223, Amsterdam, v.d. Kaaij/Hoekstra [3] [8j]
19060816, Graauwedijk, v.d.Veen/Huisman [3] [15j]
                                                    /Alkema [3] [15j]
Over de dienstbode Jantje van der Veen (*Ten Boer, 20-3-1887) is zelfs een podcast gemaakt, zie hieronder.
Jantje v.d. Veen, de dienstbode en de dood
Grauwendijk, 16 aug. 1906
Luister naar de podcast
van Jolanda & Annemijn Smid
19100930, Hoorn, Beek/Musman [3] [ll]
19110201n, Nieuwe Meer, van Exter/van Raam [e] [v]
19110308, Haarlemmermeer, de Haan/Hogenhout [e] [v]
19120619, Renkum, J.M. Teunissen/H.W. Teunissen [f] [5j]
19130504, Oude Wetering, F.C.J. Breed/E. Breed [f] [18j]
19130626, Oude Wetering, Enthoven/Pieneman [e] [18j]
19200110, Anna Paulowna, Berkhout/Meyne [e] [10j]
19240118, Amersfoort, Verhaaff/van Leeuwen [e] [10j]
19410710, Zuidwending, Hellinga/Engelkes [3] dader pleegt zelfmoord
19411009, Tilburg, van Hees/Jansen [e] [18j]
19430508v, Zwanenburg, van Rijn/de Haan [e] [8j]+[tbr]
19421007, Amstelveen, Suiker/Eijpe [e] [15j] 
19431218v, Rotterdam, Tanis/Hutteman [3] [1j]+[tbr]
                                                /Bos [3] [1j]+[tbr]
19460503, Warffum, van Bergen/v.d. Veen [e] [15j]
19500924, Hoensbroek, Stollenwerk/Ruijters [e] [15j] [verm]
                                                            /J.H.M. [f] [15j]
19520221, Zeist, van Egdom/van Londen [e] [9j]
                           v.d. Kaaij [3] [4j]/
19520413, Oud-Beijerland, Lodder/Waardenburg [e] [18j]
19520708, Bilthoven, W.K. Franken/J.F. Franken [f] [12j]+[tbr]
19520924, Berkel & Rodenrijs, Opdam/van Eijl [e] [ll]
19530808v, Bolsward, van der Wal/de Boer [e] [12j] [verm]
19580204, Leeuwarden, Opdam/Lodder [3] [ll] [*1975]
Gereformeerd Gezinsblad, 1-4-1961
Zoals aangegeven in de eerste alinea, is dit blog geïnspireerd door het toneelstuk van Joseph Kesselring uit 1939 en de latere film met Cary Grant uit 1944. 
Arsenic and Old Lace. (2023, January 23). In Wikipedia. https://en.wikipedia.org/wiki/Arsenic_and_Old_Lace_(play)
Ook in Nederland is het veel gespeeld maar langzamerhand behoort het tot een gedateerd repertoir. 
Advertentie in De Waarheid, 23-5-1946
Hoewel, dit jaar (2023) is het nog gespeeld in Zoetermeer door de zusjes Brouwer!

Tuesday 23 May 2023

Oud nieuws (1) News from yesterday

This post is written in both Dutch and English. For English, please see the italic text.

 Al bladerend door oude kranten kom je wel teksten tegen die op wat voor manier dan ook de aandacht trekken. Het voornemen is die zo nu en dan in dit blog te melden. 

Leafing through old newspapers, sometimes my attention is drawn to articles that I find remarkable for one reason or another.

The first one is a riddle, to me at least. It looks like an April Fool's joke.

De eerste is een raadseltje. Als het op 1 april geplaatst zou zijn, zou je aan een grap denken.

Rotterdamsch Nieuwsblad 15-5-1878
Wanneer je over het strand loopt kijk je altijd uit of er niets te vinden valt, ik tenminste wel. En dit is natuurlijk wel het summum, een kruik met een briefje. Dat zal die journalist ook wel gedacht hebben. Maar om het nou meteen, zonder enig commentaar, in de krant te zetten ...
Stel je voor, je schip zinkt en je denkt, een briefje, dat is een goed idee, dan weten de nabstaanden in ieder geval wat er gebeurd is. Dan ga je op zoek naar een kruik en een potlood. Je kijkt wat je positie is, schrijft het op, doet het in de kruik en mikt het overboord. Zoiets? Heb je daar allemaal tijd voor? Vreemd, je zet er toch tenminste de naam van het schip bij?
Eerst maar eens kijken waar dat schip gezonken is. Op onderstaand kaartje staat het aangegeven.

30°45' N - 70°30'W (image by Google Maps)
Dat is dus in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan, zo'n 4.500 mijl verwijderd van het Walcherense strand waar de kruik gevonden is. Wat een ongelooflijk toeval dat dat kruikje van die Nederlandse kapitein op een Nederlands strand terecht komt. En hoe lang zal dat kruikje er over gedaan hebben?
Er heeft wel een kapitein bestaan met de naam Verschuur, voorletters J.T. of J.F., maar die overleed in 1868 in Rotterdam. Er was ook nog een kapt. P. Verschuur maar van hem zijn geen reizen bekend na 1858. In kranten uit die tijd is geen scheepsramp te vinden die ook maar in de buurt komt van deze gebeurtenis. Al met al lijkt het mij toch een soort practical joke waar deze journalist mooi is ingetrapt.

The article mentions that on a Walcheren beach, a jug was found containing a note. It said that "I and my crew are on a sinking vessel with position 30°45' N and 70°30' W". The journalist did not bother to add any comments. I would have thought that there was sufficient reason to do that.
First of all, isn't it an incredible coincidence that this Dutch jug floated some 4.500 miles to a beach in the Dutch province of Zeeland? That must have taken a while!
Googling the captain's name gives two results. But both do not qualify. Newspapers don't provide any clue about a Dutch ship disaster in that part of the Atlantic in the years before 1878. 
All in all, it looks like this is some practical joke for which the newspaperman fell.

--------------------

Als je voor 1870, toen de doodstraf in Nederland werd afgeschaft, een ernstig misdrijf pleegde, maar net niet erg genoeg voor de doodstraf, dan kon je in het openbaar gegeseld worden. Vaak, of misschien wel altijd, gebeurde dat op een schavot. Dat was een verhoogd plankier waardoor de omstanders het allemaal goed konden volgen. Naast geseling was er nog een straf waar ik niet eerder van had gehoord.  In onderstaand zittingverslag uit 1854 staat deze straf genoemd. 

Until 1870 the death penalty was an instrument for the legal retaliation of extremely serious crimes. But when crimes were just a little less serious, alternatives such as flogging were available to judges in The Netherlands. Flogging was done in public on a scaffold enabling spectators to see everything that happened up there. The clipping below is part of a report on what happened in court on July 28, 1854.

Weekblad van het regt, 30-7-1854

It mentions that a criminal has been condemned to "the punishment of swinging the sword overhead repeatedly, to be executed on a scaffold within the city of The Hague".  Apparently, this was a very frightening experience, perhaps because the executioner wasn't always sober when doing his job. Criminals were condemned to this swinging of the sword as a final warning. One more time and the gallows were the only option left.
It is a good thing flogging has been removed from our criminal laws but this one ...

Kennelijk was het zwaaien met een zwaard boven iemands hoofd een angstaanjagende gebeurtenis. Maar misschien werd dat wel veroorzaakt doordat de beul, voor aanvang van zijn bezigheden, zichzelf nog wel eens moed in dronk waardoor hij misschien net wat minder vast ter hand was. Deze straf werd gezien als een soort laatste waarschuwing. En als die ook niet hielp, en men werd weer veroordeeld, dan restte alleen nog maar de galg.
Geseling als straf is inmiddels verdwenen uit ons Wetboek van Strafrecht. Maar ik moet zeggen dat ik voor dit zwaardzwaaien (zo klinkt het wat kermisachtig) nog wel enige sympathie kan opbrengen. Of het dan ook en plein public zou moeten plaatsvinden, dat is dan misschien weer net wat te veel van het "goede".

Update 5 juni 2023
Een lezer van dit blog, H.L. te C., vroeg zich af of de uitdrukking 'als je het nog eens doet, dan zwaait er wat', terug te voeren is op bovengenoemde straf. Iemand een idee?
--------------------

In Nederland weten nog veel mensen wat er achter de term 'de blauwe knoop' schuil gaat. Dat was/is(?) 'de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van het Gebruik van Sterken Drank', een club die zich afzet(te) tegen het gebruik van alcohol. De leden droegen in de jas een blauwe knoop als teken van hun lidmaatschap.  De vereniging is in 1842 opgericht en daar was, zeker toen, alle reden toe. Drankmisbruik was, mede als gevolg van de industrialisatie, wijdverbreid. De uitwassen werden goed zichtbaar bij de kantonrechter. Hieronder een opsomming van de veroordelingen wegens openbare dronkenschap tijdens een enkele zitting bij de Haagse rechter op 27 juni 1878.

Het Vaderland, 28-6-1878
During the 19th century, alcohol abuse was widespread. In many countries, this was one of the negative consequences of industrialization. However, abuse in public is a criminal offense. The above image shows the initials of those condemned for this behavior during a single session of the district judge in The Hague back in 1878. Some initials are followed by the addition '(2-maal)' meaning that this person was convicted for two separate incidents. Presently such a person would be called a repeat offender. The question then is what the following lady should be called.

Achter de initialen staat een paar keer '(2-maal)'. Dat betekent dat die persoon voor twee overtredingen voor de kantonrechter moest verschijnen. Zo iemand zouden we tegenwoordig een recidivist noemen. Maar de vraag die dan opkomt is hoe de dorstige dame hierna genoemd zou moeten worden.
Het gaat over Maria Christina de Leeuw, geboren rond 1822 in Den Haag en aldaar overleden op 6 mei 1902. Maria gaf op hondenscheerster te zijn. Gezien de navolgende opsomming, is het de vraag of ze veel tijd aan haar beroep besteed heeft.

The lady concerned is Maria Christina de Leeuw. She was born in The Hague in approx 1822. The inevitable end came in the same city some 80 years later. The first time I found her in a newspaper was during the a.m. session of the district judge on July 28, 1878. It was her 18th appearance and she was rewarded with two fines.
Maria's 18th conviction
Remarkably, most of the convicted appear in the newspaper with their initials only. But a.o. Maria Christina always shows up with her full name. 

De eerste keer dat ik haar tegen kom, is tijdens de eerder genoemde zitting van de kantonrechter. Dat is al haar 18e optreden. En daarna gaat het door.

And then the following timeline develops.
February 28, 1879 - 27e/27th veroordeling/conviction
August 8, 1879 - #35
November 5, 1879 - #42
April 16, 1880 - #47
August 5, 1880 - #60
December 15, 1880 - #63
March 3, 1881 - #70
April 23, 1881 - #77
November 11, 1881 - #89
Bij deze laatste gelegenheid werd Maria ook veroordeeld wegens belediging en het veroorzaken van nachtelijk burengerucht. De boete was 3x f 7,50 of 3 dagen gevangenisstraf plus nog 5 dagen in het cachot.

In addition to the usual fine, this time she was also punished due to insult and making noise during the night. For that, she was fined 3x 7 guilders and 50 cents or 3 days in jail and an extra 5 days confinement.
February 18, 1882 - #97
August 8, 1882 - #100
March 15, 1884 - #110
September 13, 1884 - #116
Klaarblijkelijk was de kantonrechter het een beetje zat (😉) en veroordeelde hij haar tot een verblijf in een Rijkswerkinrichting. Waar is niet bekend maar later kwam zij ook terecht bij de Maatschappij van Weldadigheid in Veenhuizen of Ommerschans.
De Standaard, 13-9-1884
On this last occasion, the judge ordered a three months stay in a government institution for forced labor. Evidently, this measure did not really help, her appearances for the magistrate continued.

August 9, 1885 - #120!!

After reaching this milestone Maria was put away in Veenhuizen or Ommerschans where many beggars and drunkards from all over the country were transported to. Thereafter she stayed in an institution for the poor in The Hague. There she passed away in May 1902. A kind of obituary in one of the newspapers told the story of her life. It said that she reached an impressive number of 300 convictions. But I believe that is a bit exaggerated. No matter her alcohol addiction she reached the age of the strong: 80 years! But to spend your old age this way ...

Het Volk, 14-5-1902
Lezers van bovenstaande krantenknipsels weten hoe het 'Mie' verder vergaan is, niet best. Maar het blijft verbazingwekkend dat iemand met haar stijl van leven de respectabele leeftijd van 80 jaar heeft gehaald. Maar of dat in die tijd, in haar omstandigheden, zo lollig was, ik waag het te betwijfelen.

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...